-Tornado’s zijn sterke wervelwinden met een ronddraaiende slurf. Tornado’s komen vooral vaak voor in de staten Texas, Florida en Oklahoma. Vaak vinden ze plaats in het voorjaar en de vroege zomer omdat er dan vanuit het noorden koude lucht komt en uit het zuiden warme lucht en als die luchten om elkaar heen gaan draaien ontstaat er een tornado.
-Gletsjers zijn grote ijsmassa’s die langzaam van een berg naar beneden glijden. In Amerika liggen ze vooral in het gebergte De Rocky Mountains. In het noorden van de Amerikaanse staat Montana, liggen zo veel gletsjers dat de Amerikanen het gebied het Glacier National Park noemden. Door onderzoek met satellieten werd duidelijk dat een aantal gletsjers in het park al meer dan 50% van hun oppervlakte verloren is. Dus binnenkort zijn er dan helemaal geen gletsjers meer
-Een woestijn is heel droog gebied en er groeit bijna niks. De grond van woestijnen is niet onvruchtbaar. Na een regenbui kan een groot deel van de woestijn ineens begroeid raken. De woestijn grond kan het water niet al te lang vasthouden en daardoor sterven de planten snel weer af. De woestijnen in Amerika liggen voornamelijk in het zuid-oosten.
-Irrigatie is het kunstmatig nathouden van landbouwgronden. dit word gebruikt bij te kort aan neerslag. Het water komt uit de bergen en wordt opgeslagen in grote stuwmeren. De droogte is soms ook gevaarlijk. Regelmatig woeden er in dit gebied bosbranden.




Maak jouw eigen website met JouwWeb